Zes maanden zwanger en ik lig te trillen als een rietje. Een onvervalste paniekaanval na nog maar eens een opmerking van een vriendin over hoe ondraaglijk zwaar een bevalling is. ‘Zonder epidurale zou ze het nooit overleefd hebben’, ‘de ergste pijn ooit’,…
Een andere vriendin raadt mij aan, nadat ik haar over mijn angsten verteld heb, om een doula onder de arm te nemen. Een watte? Nog nooit van gehoord, maar ik ben zo angstig dat ik elke tip gretig aanneem en ik ga meteen op zoek op het internet. Wat is een doula, wat kan zij voor mij betekenen, waar vind ik er een…?
Al gauw kom ik terecht op dedoula.be. Net zoals bij ik het kiezen van vakantielectuur afga op de achterflap, ga ik hier op mijn gevoel af en kies op basis van foto (wie lijkt mij sympathiek) en begeleidende tekst. Veerle heet ze. Ik stuur haar een mailtje waarin ik haar vertel over mijn angsten. Angsten voor pijn, emoties en vooral ook angst omdat ik er alleen voor sta als bewust alleenstaande moeder. Ik heb er wel bewust voor gekozen om kinderen te hebben, ondanks dat ik geen partner heb, maar dat dat ook inhield dat ik alleen moet gaan bevallen, daar had ik toen niet bij stil gestaan.
Het antwoord van Veerle bevestigt mijn gevoel; volgens mij gaat het wel klikken tussen ons. Maar echt zeker kan ik hier pas van zijn als we elkaar ontmoeten. Zo gezegd, zo gedaan. Het eerste contact verloopt zeer goed. Ik zie het helemaal zitten met haar. Dit ene gesprek stelt mij al een beetje op mijn gemak. Ik voel me nog steeds angstig, maar heb nu tenminste een klankbord. Iemand om een mailtje, smsje, ‘facebookske’ naar te sturen met al mijn angsten, vragen, maar ook leukigheden zoals het geboortekaartje dat bijna af is! In mijn geval (BAM moeder) neemt zij nu al een beetje de rol van partner over. Ik heb iemand die mee uitkijkt naar mijn bevalling en mij ondersteunt.
En toch is er genoeg afstand om ook ‘genante’ vragen te durven stellen. Dit lijkt me toch iets moeilijker met een partner of iemand die te dicht bij je staat. Ook dit, het ongeremd je zwangere soms oncharmante zelf kunnen zijn, draagt bij aan het verminderen van angsten. Wat me ook zo bevalt aan Veerle is dat zij net als ik iemand is die ten allen tijde de humor van de zaken blijft zien. Zij houdt het perfecte evenwicht tussen mijn angsten en vragen serieus nemen, en eens goed lachen met de onnozelheid van sommige dingen!
Zo werken we samen toe naar mijn bevalling. Ze staat me bij met goede raad, nuttige tips zoals welke boeken ik kan lezen, of websites ik kan bezoeken om mij nog beter voor te bereiden en af en toe een dikke knuffel.
(de dag van de bevalling)
De nacht van 2 op 3 juli lig ik wakker. Er rommelt vanalles in mijn buik en ik denk dat dit beginnende weeën zijn. Een paar keer denk ik eraan om Veerle te bellen, maar iets wat een vriendin ooit zei, houdt me tegen: “zolang je twijfelt, zijn het geen echte weeën. Een echte wee voel je wel!” De volgende ochtend stuur ik haar wel een bericht. Ze is nu in ‘verhoogde staat van paraatheid’. Ik heb nog een afspraak met de gynaecoloog die ochtend. Hij voelt dat er 1 cm ontsluiting is en zegt dat hij mij nog een paar dagen geeft, maar het ten laatste 5 juli in gang wil zetten. Ik weet nu dat het dus voor vandaag, morgen of overmorgen is! Bij thuiskomst weet ik met mezelf geen blijf en vraag een vriendin die om de hoek woont, Philine, om even een bezoekje te brengen. Wanneer zij er is, vertelt ze mij dat ze die dag hard aan het werk zijn in een van de appartementen in hun huis, want dat er vandaag een nieuwe huurder intrekt. Dit is de ideale gelegenheid voor mij om eindelijk eens een kijkje te nemen in de appartementen die zij verhuren, en de afleiding die het mij kan bieden, is ook zeer welkom. Dus, ik ga mee met Philine, sleep mezelf de trap op naar de bovenste verdieping en als ik eens goed heb rondgekeken ga ik terug naar beneden. Philine zegt dat ik gerust nog wat kan blijven. Theetje drinken, koekje eten, in massagestoel zitten,… Dus ik blijf lekker nog wat plakken, terwijl zij verder doen met hun verhuis. Af en toe een steekje in mijn buik. Maar wacht eens even… na een tijdje begint het te dagen, die steekjes in mijn buik beginnen met regelmaat te komen. Voor de zekerheid toch maar eens beginnen timen. En inderdaad, om de vijf à zes minuten. Oei, en de dokter had gezegd dat vanaf dat de weeën om de vijf minuten komen een uur aan een stuk, dat ik naar het ziekenhuis moest komen. De steekjes komen om de vijf minuten een uur lang, maar dit kunnen toch geen weeën zijn? Dit doet helemaal niet zoveel pijn. Toch even Veerle contacteren. Zij zegt mij dat ik eens moet proberen wat te bewegen wanneer er een wee komt. Als ze sterker worden, zijn het echte. Ik probeer dit, en inderdaad, de pijn wordt heviger. Dus ik bel terug naar Veerle en zeg haar dit, maar ik zeg haar ook dat ik denk dat ze nog tijd heeft. Dit is helemaal nog niet zo heftig en ik wil haar niet voor niets laten komen. Veerle is er niet gerust in en beslist om toch in haar auto te springen. Ze slaapt liever een nacht bij mij op de zetel dan dat ze riskeert te laat te komen. Binnen een uur en half zal ze ongeveer bij mij zijn. Dus na een lekkere maaltijd van Philine en drie afleveringen van de Smurfen kijken met haar dochter, wandelen we samen naar mijn huis. Onderweg moet ik regelmatig even stoppen om een wee op te vangen, maar het is nog steeds grappig en leuk! In mijn straat zie ik een Marokkaanse vrouw heel angstig naar ons staren wanneer ik, duidelijk hoogzwanger, weer even moet stoppen om een wee op te vangen.
Eindelijk thuis. Ik besluit om even in bad te gaan liggen tot Veerle er is. Een mens wil toch proper zijn daar vanonder he! Philine doet intussen mijn klein afwasje en sluit de gordijnen. Als Veerle toekomt lig ik in volle glorie in mijn bad. Het is nog even heel gezellig met ons drietjes. Philine maakt nog een opmerking over de in haar ogen gigàntische BH die aan de kapstok in de badkamer hangt. De sfeer is luchtig. Ik vang af en toe een wee op en ik verdenk Veerle er van dat ze stiekem in het oog houdt om de hoeveel minuten ze ongeveer komen. Ik kom uit bad, Philine vertrekt en wenst mij veel succes. Veerle vraagt haar nog om voor mij heel de nacht een kaars te branden en Philine zegt dat ze dat zeker gaat doen. Ik kleed mij langzaam aan, niet goed wetende of ik nu nog een pyjama moet aantrekken en naar bed gaan; wachten tot de ‘échte’ weeën beginnen, of kleren om naar het ziekenhuis te gaan. Ik vang tussendoor nog weeën op en Veerle merkt op dat ze ongeveer om de drie minuten komen en dat we dus niet meer gaan wachten en gewoon vertrekken. Ik vertrouw op haar ervaring.
We pakken onze spullen bij elkaar en zij haalt de auto. We vertrekken. Maar wacht eens… plots komt mijn neurotische zelf naar boven en wil ik even terug om te gaan checken of mijn lichten wel allemaal uit zijn. Veerle weet dat je een vrouw in arbeid beter niet tegenspreekt, rijdt braafjes terug en gaat snel even kijken. Uiteraard was alles in orde!
We vertrekken voor de tweede keer. Veerle volgt de gps omdat het voor mij niet zo simpel is om aanwijzingen te geven tijdens een wee. De gps stuurt ons via allerlei rare kleine straatjes en ik word het beu en beslis zelf mee aanwijzingen te geven. Met als gevolg dat op een cruciaal moment ik de verkeerde richting aangeef en we plots op de snelweg zitten. Dus volgende afrit er af en dat stuk terugrijden. Kwestie van de spanning nog wat op te drijven he! De weeën tijdens de autorit vind ik moeilijk om op te vangen. Ik voel mij gevangen in een houding die niet erg fijn is. Bij elke wee trek ik mij wat omhoog aan het handvatje van de auto. Veerle ademt mee door de weeën en rijdt intussen gezwind verder (of moet ik zeggen ‘terug’) richting ziekenhuis. Als ze een extra paar handen had gehad, had ze mij waarschijnlijk nog wat gemasseerd ook tegelijkertijd! Ik voel dat ik naast een ervaringsdeskundige zit die niet panikeert en de situatie meester is. Ik ben in goede handen!
Eindelijk aangekomen aan het ziekenhuis, de slagboom bijna niet gezien in ’t donker dus Veerle doet een soort van Limbo onder de slagboom door, terwijl ze onze beide koffers meetrekt. We bellen aan en kunnen binnen. Als we net binnen zijn, krijg ik weer een wee, en weer zijn meteen Veerle’s handen daar om tegendruk te geven in mijn onderrug! Behalve die weeën in de auto, heeft ze er nog geen één gemist! Ik hoor een mannenstem zeggen dat we mogen verder komen, en Veerle roept “Nu efkes ni! Ze krijgt net een wee!”
Uiteindelijk geraken we toch boven en worden naar het lokaaltje met de monitor gebracht. Veerle helpt mij om mijn broek en onderbroek even uit te doen, en ik voel mezelf weer een beetje meer aan haar overgeven. Iemand je onderbroek laten uittrekken schept een band, zullen we maar zeggen ;) Er wordt gecontroleerd hoeveel ontsluiting ik al heb, en het is goed nieuws. De baarmoeder is al verweekt en ik heb al drie cm! We worden naar de verloskamer gebracht en daar word ik aan de monitor gelegd. Dit vind ik niet zo aangenaam omdat het mij toch een beetje beperkt in bewegingsvrijheid. Ik vang een aantal weeën voorovergebogen op, met mijn handen steunend op het bed. Telkens met de tegendruk van Veerle’s handen. Ze stelt voor om op het bed op handen en knieen te gaan zitten, nadat ik aangaf dat mijn voeten begonnen te slapen. Deze houding bevalt mij wel, maar het is toch nog lastig. Ik weet door onze voorbereidende gesprekken dat het rond 4 cm ontsluiting voor veel vrouwen erg lastig wordt, omdat op dit moment de endorfinen nog niet aanwezig zijn.
Bij elke wee duw ik mijn gezicht in het kussen, en omdat dit erg oncomfortabel lijkt, stelt Veerle voor om de zitbal boven op het bed te leggen zodat ik daarop kan leunen tijdens een wee. Dit probeer ik een keer of twee, maar ik merk dat ik de instabiliteit van de bal maar niets vind, en tijdens een volgende wee ben ik het beu, die stomme bal, en duw hem met een soort van wilde kopstoot van het bed. Veerle is achter mij op het bed gekropen en geeft bij elke wee tegendruk op mijn rug. Ik voel allerlei druk onderaan en vrees dat ik een scheet ga laten in Veerle’s gezicht! We lachen nog een beetje over het idee dat Veerle dat van het bed vliegt en gaan dan weer verder aan de slag met de komende weeën.
Dan komt de vroedvrouw me van de monitor halen en wordt het bad klaargemaakt. Een groot blauw bevallingsbad. Ik heb op voorhand bedacht dat ik het wel fijn zou vinden hierin te bevallen. En van zodra ik in het warme water zit, weet ik ook dat dit de juiste keuze was.
De weeën vang ik op op handen en knieën met mijn hoofd tegen de rand van het bad gedrukt. Veerle vraagt of er een kussen tussen gestoken kan worden. Tussen de weeën door ontspan ik door achterover te zitten, maar na een tijd merk ik dat ik niet snel genoeg van de ene in de andere positie geraak wanneer plots een wee opsteekt, dus vind ik een nieuwe houding uit. Tussen de weeën door ga ik van ‘op handen en knieën’ naar, wat we achteraf ‘de banaan’ zijn gaan noemen. Ik smijt mijn benen naar achter, waardoor ik op mijn buik lijk te liggen met mijn poep boven water. Dit zorgt voor enige hilariteit bij de vroedvrouwen en Veerle. Deze houding hebben ze nog nooit gezien…
De vroedvrouw houdt mijn baby in het oog met de monitor en als alles in orde blijkt te zijn, zegt ze zachtjes dat ze ons nog even alleen laat, en dat ze straks nog eens komt kijken. Van zodra ze de deur uit is, voel ik plots het hoofd van de baby naar beneden komen. Wat een vreemde sensatie!! Het leek wel of hij er plots ging uitkomen. Ik roep dan ook “HIJ KOMT!!” en de vroedvrouw snelt weer binnen.
Vanaf dan gaat alles in sneltreinvaart. De gynaecoloog is gebeld, maar in afwachting wordt er een tweede vroedvrouw bijgehaald. Intussen lijkt Veerle enkele extra paren handen gegroeid te hebben. Haar handen zijn overal waar ik ze nodig heb! Op mijn rug voor tegendruk, onder mijn nek voor steun, een koud washandje in mijn gezicht, een slok water, intussen zijn er blijkbaar ook kaarsjes aangestoken, en de fotoreportage wordt ook niet vergeten…
De dokter komt toe, ziet er naar gewoonte uit als een halve clochard, maakt nog een flauwe mop over dat hij zijn zwembroek niet bij zich heeft en zet zich dan rustig neer met zicht op ‘de uitgang’ ;)
Iedereen laat mij rustig mijn gang gaan. Nu ja, “rustig”… Ik brul er op los! Niet omdat ik het niet aankan, maar juist opdat ik het zou aankunnen. Zoals een kogelstoter zijn worp kracht bijzet door te brullen… Dankzij de voorbereiding met Veerle voel ik me ook erg in mijn eigen kracht staan en doe ik gewoon lekker wat ik nodig heb om de voor mij perfecte bevalling te hebben. Ik moet aan niemand verantwoording afleggen, of met niemand rekening houden. Ik laat de oervrouw in mij ongegeneerd naar boven komen en een 7 tal uren na de eerste ‘steekjes’ in mijn buik, zet ik met een laatste brul mijn zoon op de wereld. Hij wordt meteen aan mij overhandigd, en omdat ik even aarzel, moet de vroedvrouw mij even zeggen dat ik hem mag aannemen. Ik kan niet geloven dat hij er nu al is! En zelfs enkele minuten later, wanneer Veerle mij vraagt of het al begint door te dringen, kom ik niet verder dan een dwaas nee schudden van mijn hoofd. De vroedvrouw vraagt me hoe hij zal heten. Ik zeg ‘Fons’ en kan bijna niet geloven dat zij meteen het te verwachten grapje ‘Fons de spons’ maakt!! In al mijn verdwaasdheid heb ik dat toch gehoord! Na onze eerste kennismaking moet ik hem even afgeven om uit bad te komen.
Veerle is gelukkig nog wel bij de pinken en blijft bij hem, terwijl ik uit het bad geholpen word (met navelstreng en afklemschaar bengelend tussen mijn benen). Ze maakt ook foto’s, zodat ik dit moment dat ik nu even mis, achteraf kan inhalen.
Fonske wordt terug bij mij gelegd. (Intussen word ik genaaid, want ben blijkbaar wel wat gescheurd.) Lekker in ons blootje tegen elkaar aan, en Veerle moedigt mij aan om Fons zelf de weg naar de tepel te laten zoeken. Ongelooflijk wat een instinct baby’tjes hebben. Hij duwt zich zowaar omhoog met zijn beentjes! Een klein beetje hulp op het einde en hij heeft hem te pakken, die tepel! Terwijl ik daar volop in de hormonen wakker en verwonderd lig te wezen, slaat bij Veerle de vermoeidheid toe. Ze heeft haar taak weer eens goed volbracht en zet zich nu even in de zetel. Voor het eerst voel ik de zorgende rol even omdraaien en zeg haar dat ze maar even moet rusten nu. Ik vraag me af hoe lang ze nog blijft. Technisch gesproken zit haar taak er op, maar Veerle is nu eenmaal niet iemand die dit als een gewone ‘job’ bekijkt. Ook zij moet even uitbollen en de emoties van de voorbije uren verwerken. En liefst samen. Dus ondanks de vermoeidheid en haar steeds kleiner wordende oogjes, blijft ze nog bij ons en geniet mee van de eerste momenten. Heerlijk om dit met iemand te kunnen delen!
Om 11h ongeveer slaagt ze er, na drie pogingen en bijhorende afscheidsknuffels, dan toch in huiswaarts te keren. Ze laat een gelukkige mama en zoon achter. Kon dit moment maar eeuwig duren!
Dankzij mijn doula Veerle, kan ik terug kijken op mijn bevalling als een fantastische ervaring. Als mensen mij (vaak met angstig gezicht) vragen hoe mijn bevalling is geweest, word ik licht euforisch en wil hen alles vertellen. Alle humor, alle details en bijzonderheden, en mijn fantastische ervaring met een doula! Zo angstig als ik enkele maanden geleden was, zo trots en voldaan ben ik achteraf over mijn bevalling. En dit heb ik voor een heel groot stuk te danken aan Veerle. De voorbereiding, de voortdurende beschikbaarheid als ik een vraag of angst had, de praktische, emotionele en fysieke steun tijdens mijn bevalling en het gevoel dat je niet slechts een nummer bent, maar ook voor haar een bijzondere ervaring bent!
Voor ze vertrok die ochtend in het ziekenhuis zei ze nog dat ze elke bevalling onthoudt en nog elk kindje dat ze mee hielp ter wereld komen bij naam kende. Voor mij is Veerle nu ook voor altijd onlosmakelijk verbonden met de herinnering aan mij perfecte bevalling!
' Whenever and wherever you intend to give birth, your experience will impact your emotions, your mind , your body and your spirit for the rest of your life'
Ina May Gaskin
Copyright Veerle Peeters ©2024 All Rights Reserved - Privacy Policy